Dat blijk uit analyse van Z24 van het jaarverslag
van AkzoNobel, dat vrijdag 25 februari werd gepubliceerd.
In het crisisjaar 2009 werd besloten om een deel van de korte-termijnbonus van
raad van bestuur van verf- en chemieconcern AkzoNobel op te schorten.
Het alsnog toekennen van een deel van de korte-termijnbonus van 2009, werd
afhankelijk gemaakt van de doelstelling dat AkzoNobel een operationele
winstmarge vóór afschrijvingen en amortisatie (ebitda) zou halen van
minimaal 14 procent.
Dit niveau werd inderdaad bereikt in de eerste helft van 2010. De winstmarge
bedroeg 15,7 procent in het tweede kwartaal, en 14,2 procent gemeten over de
eerste jaarhelft.
Schommelende marge
Dit blijkt voor de commissarissen van AkzoNobel voldoende te zijn geweest om
het uitgestelde deel van de korte-termijnbonus van 2009 alsnog toe te
kennen. Dit ondanks het feit dat AkzoNobel over heel 2010 een ebitda-marge
van 13,4 procent behaalde, dus minder dan 14 procent. In het vierde kwartaal
van afgelopen jaar zakte de marge zelfs naar 10,4 procent.
Het toch toekennen van de uitgestelde korte-termijnbonussen over 2009 heeft
volgens de woordvoerder van AkzoNobel te maken met een wijziging in de
doelstellingen: "Het doel van 14 procent-marge was onderdeel van de
integratie van de overname van het Britse ICI. Toen dat doel medio 2010
vervroegd is gehaald, zijn er andere doelstellingen gekomen. In september
2010 heeft AkzoNobel aangegeven voortaan op een marge van 13 tot 15 procent
te rekenen."
De woordvoerder stipt verder aan dat het uitstellen van de korte-termijnbonus
over 2009 een vrijwillig besluit is geweest van de raad van bestuur en
commissarissen, omdat in dat jaar de aan de kortetermijnbonus gekoppelde
financiële doelen wel degelijk zijn gehaald.
Gevolg van het beloningsbesluit is dat topman Hans Wijers over 2010 een
korte-termijnbonus krijgt van 1,3 miljoen euro, tegen 464 duizend euro een
jaar eerder.
De totale beloning van Wijers bedroeg over 2010 3,8 miljoen euro, 54 procent
meer dan een jaar eerder. Daarbij moet aangetekend worden dat Wijers de
helft van z'n korte-termijnbonus over 2009 had opgeschort, terwijl dat bij
andere leden van de raad van bestuur een kwart was.
Groene bonus
In het jaarverslag over 2010 bevestigen de commissarissen van AkzoNobel
uitspraken van topman Wijers, van afgelopen maandag, dat de criteria voor de
lange-termijnbonussen van de bestuurstop worden aangepast.
Die zijn met ingang van 2009 met gebaseerd op de positie van AkzoNobel in de
duurzaamheidsindex van Dow Jones. Hoewel AkzoNobel zowel in 2009 als 2010
een tweede plaats bezette in de relevante Sustainability Index, is twijfel
gerezen over de objectiviteit van deze maatstaf, naar aanleiding van perikelen
bij Shell, waar Akzo-topman Wijers de commissaris is die mede over de
beloningen gaat.
AkzoNobel houdt naar eigen zeggen wel vast aan de duurzaamheidsmeting van
bureau SAM, maar wil zich niet meer vastpinnen op de positie in de Dow Jones
Sustainability Index.
Geen lange bonus 2008
Bij de lange-termijn bonuspakketten geldt vanaf 2009 dat deze, voor een
meetperiode van drie jaar, voor de helft gebaseerd zijn op
duurzaamheidscriteria en voor de helft op de beursprestatie afgezet tegen
een groep van concurrenten.
Bij het lange-termijnbonuspakket van 2008, dat in 2011 definitief toegekend
kon worden, gold nog alleen de relatieve koersprestatie van het aandeel
AkzoNobel als maatstaf.
Uit het jaarverslag blijkt dat AkzoNobel over de meetperiode 2008-2010 op een
elfde plaats eindigde in de vergelijkingsgroep, waardoor de voorwaardelijke
lange-termijnbonus van 2008 niet wordt toegekend aan de bestuurstop.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl